De kunst van het Krijgen
Vaak is de verwachting aan het begin van een training er één van leren vechten en verdedigen. Op zich ook geen gekke gedachte als je kijkt naar het woord krijgskunst. De veelal gebruikte betekenis van een krijger is iemand die goed kan vechten. Wij zien een krijger echter liever als iemand die veel krijgt. Krijgskunst wordt dan “de kunst van het krijgen”.
De enige manier om in iedere situatie te kunnen krijgen is om onvoorwaardelijk te geven. Dit is echter vaak een hele kunst. Door dagelijkse oefening wordt het echter wel steeds makkelijker. Oefening baart immers kunst.
Het gaat ons niet om het uitschakelen van de tegenstander, maar om het inschakelen van de medestander. Wanneer je van jouw tegenstander een medestander kunt maken, dan krijg je samen veel meer voor elkaar dan alleen.
AIKIDO
Aikido is een relatief jonge Japanse krijgskunst, in de 20e eeuw door Morihei Ueshiba (1883-1969) ontwikkeld vanuit diverse andere krijgskunsten. Het woord Aikido is opgebouwd uit drie delen: ai betekent in het Japans harmonie, ki betekent energie en do betekent weg.
Aikido kenmerkt zich door haar ronde en dynamische bewegingen. Door de harmonieuze basis van Aikido kent Aikido geen competitie-element.
TAI CHI
Tai Chi (officieel: tai ji quan) is een krijgskunst uit China en heeft zich ontwikkeld uit de Shaolin quan (wushu). Later is Tai Chi uitgegroeid tot een bewegings- en gezondheidsleer. De langzame vloeiende, cirkelvormige bewegingen trainen de spieren, terwijl de geest tot rust komt. De bewegingen van deze bewegingskunst zijn gevechtshandelingen, gebaseerd op de oosterse leer van yin en yang, van meridianen en drukpunten.
KINDERLIJK EENVOUDIG
Tot ongeveer het zevende levensjaar is een kind voornamelijk in zijn of haar natuurlijke staat. Ze zijn volledig wie ze zijn en kunnen tevens prinses, Spiderman of hond zijn. Zijn blij, verdrietig, boos met hun hele hebben en houden en zijn egocentrisch, niet egoïstisch. Vanuit dit startpunt zijn ze in staat enorm veel te doen, te bereiken en te leren. Dit noemen wij de staat van los.
Na het zevende levensjaar wordt het kind steeds bevattelijker voor zijn of haar omgeving en zal steeds meer de staat van vast ontwikkelen.
Vast
Als je vast zit, geeft dit spanning. Bewegen, zowel mentaal als fysiek, kost energie. Je bent
eigenlijk constant hard aan het werk om te (over)leven en je bent beperkt tot pro-acties en re-acties in de vorm van vechten en vluchten. Bewegen (mentaal en fysiek) kost energie.
Los
Wanneer je los bent, heb je geen last van (werk)druk en kun je blijven bewegen. Je bent niet meer afhankelijk van de ander om in actie te komen. Je zit in de ‘flow’. Kennis en kunde kunnen optimaal worden ingezet. Bewegen gaat uit van energie en levert energie op.
Vier principes van Los
Natuurlijk en vanzelfsprekend.
Wees wie je bent
Is het werkelijk mogelijk om op je werk iemand te zijn anders dan thuis? Onmogelijk in onze ogen! Een andere rol vervullen kan, maar je bent nou eenmaal wie je bent. Daar geef je geen korting op.
Wees vol-ledig ontspannen
In de flow zijn, optimaal kunnen presteren zonder er hard voor te werken. Fysiek moe zijn na het sporten, maar tegelijk vol energie. Door actief ontspannen te zijn, stijgt jouw energieniveau.
Gewicht aan de onderkant
Wanneer je de natuur zijn werk laat doen, valt alles dat gewicht heeft vanzelf omlaag. Hou je de (werk)druk niet meer vast, dan is het hoofd leeg en de spieren ontspannen, zodat ze kunnen doen waar ze voor bedoelt zijn.
Aandacht naar buiten
360 graden aandacht is ‘wakker zijn’. Je kan je aandacht op 1 graad richten, maar neemt de andere 359 graden ook waar. Je kiest wat op dat moment het belangrijkst is, en raakt niet verstoord door overige prikkels uit de omgeving
Drie niveaus
Het begint altijd op het niveau IK, er is namelijk maar één persoon die iets over het IK te zeggen heeft. Vanuit dat beginpunt gaat het IK in verbinding met de ANDER en de
OMGEVING.
IK
de weg om in balans te zijn
DE ANDER
de weg van het ontmoeten en samengaan
DE OMGEVING
de weg van één-voud