Deze week willen we vanuit verschillende citaten naar het oefenen kijken. Wat we vaak tegenkomen is de gedachtegang dat het doel van oefenen louter het behalen van resultaat is en dan het liefst ook nog zo snel mogelijk. Een veel gehoorde vraag rondom oefening is dan ook: “Wat wil je bereiken?”. Hetzelfde zie je terugkomen in gesprekken. We gaan gesprekken vaak in met hetgeen we eruit willen halen. In beide voorbeelden zijn we vooral bezig met het eindpunt of eindresultaat. Je begint bij het eind.

Als je vanuit deze gedachte kijkt naar de eerste zin van het citaat kun je ontmoedigd worden om überhaupt te beginnen. Als ik 10 jaar moet oefenen om me alleen maar de basis eigen te maken, moet ik er dan wel aan beginnen? Als je dan ook nog wordt verteld dat in Aikido het 25 jaar duurt voordat je één techniek echt eigen gemaakt hebt en het in Tai Chi minimaal 10 jaar duurt voordat je de beginnersvorm (simplified of 24-vorm) loopt zoals bedoeld, dan zal het voor de meeste mensen een onbegonnen weg zijn.

Voor het dagelijks oefenen is discipline nodig. Het opbrengen van discipline is voor de meeste van ons niet gemakkelijk. Het wordt niet veel aantrekkelijker wanneer je de betekenis van het woord opzoekt. Woorden als gehoorzaamheid, (krijgs)tucht, dwang en onderwerping zijn niet direct een aanmoediging om discipline te hebben. Wanneer je echter naar de Latijnse oorsprong van de woorden kijkt, vind je echter dat:

discipline is ontleend aan het woord disciplina, wat onderwijs betekent.

discipel, dienaar betekent en discipline ook vertaald kan worden als dienstbaarheid.

De definitie van discipline die wij in deze context gebruiken is: “Discipline is het dienstbaar zijn aan het leren leven (in harmonie).”

Wat opvallend is als je iemand vraagt iets zo snel mogelijk te doen, het woord ‘snel’ gezien wordt als bepaling van het tempo. Dat terwijl de zin ‘zo snel mogelijk’ eigenlijk aangeeft dat de snelheid bepaald wordt door de mogelijkheden en niet andersom. Wanneer het ‘oefendoel’ vrede als levenskunst is, dan kun je niet verwachten dat je dat even leert. Je kunt je zelfs afvragen of je het ooit echt in zijn volheid zou kunnen leren. Het gaat hier niet om leren van vaardigheden, technieken of theorieën. Het gaat hier om het ‘leren’ leven in harmonie met het ik, de ander en de omgeving.

 

Leven leer je niet uit een boekje. Het is de natuurlijke staat waarmee wij worden geboren. Een baby doet alles vanuit de grondhouding ‘leven’. Met het ouder worden, komen we steeds verder weg te staan van deze natuurlijke staat als beginpunt. Wij hebben ons allerlei vaardigheden, gewoontes en overtuigingen aangeleerd om te kunnen ‘overleven’.  Het dagelijks oefenen van vrede als levenskunst is niet gericht om deze aangeleerde vaardigheden, gewoontes en overtuigingen weer af te leren. Het dagelijks oefenen is gericht om de natuurlijke staat weer toe te voegen.

Een voorbeeld ter illustratie: kinderen staan van nature ‘open’ voor alles om hen heen. Vanuit de gedachte dat ze beter kunnen werken als ze niet afgeleid worden door prikkels uit de omgeving, wordt ze al vroeg geleerd om te focussen. Door te focussen richt je je aandacht op 1˚ (één graad). Dit is op zich niet verkeerd en kan in sommige situaties een handige vaardigheid zijn. Het buitensluiten van de andere 359˚ kan echter ook zeer vermoeiend, onhandig en zelfs onveilig zijn. Je weet namelijk nooit zeker waar de ‘aanval’ vandaan komt en kunt voor lelijke verrassingen komen te staan. Het oefenen van vrede als levenskunst is gericht op het (weer) toevoegen van de overige 359˚ aan de 1˚ (de focus). Je staat open voor alle indrukken en prioriteiten om je heen en je kunt jouw aandacht richten op één ding, zonder last te hebben van die andere prikkels. 

 

Uitgaande van de uitspraak van Galileo Galilei (een Italiaans natuurkundige, astronoom, wiskundige en filosoof): “Je kunt een mens niets leren; je kan hem alleen helpen het zelf te ontdekken in zichzelf” is het de eerste stap in het oefenen ‘Her-Kennen’.

Het ‘Her-Kennen’ is de middelste stap of vorm van kennen in het onderstaande rijtje:
Kennen; het ‘grote weten’ van de natuurlijke staat, die in elk van ons zit en het meest zichtbaar is tot ongeveer het zevende levensjaar.

Ont-kennen;  na het ‘grote weten’ ontstaat langzaam, het niet meer kennen van de natuurlijke staat.

Her-kennen; het ‘wakker worden’, ook wel bewust worden van de onnatuurlijke en natuurlijk staat.

Er-kennen; het kiezen om in de wakkere staat te leven en te gaan oefenen.

Kennen; het opnieuw kennen van en leven in de natuurlijke staat.

 

Oefening:

Gericht op de natuurlijke staat; welke fysieke kenmerken herken je als je in de zogenaamde ‘flow’ bent?

Gericht op de onnatuurlijke staat (verkramping); welke fysieke kenmerken heb je als je minder ‘lekker’ in jouw vel zit?

 

De komende dagen wordt er verder in gegaan op het oefenen, dus wil je deze week ontdekken of het oefenen iets voor jou is, volg dan de komende artikelen. Houd voor jezelf de gevraagde oefeningen bij.

1 Reactie

  1. wat een mooie foto. totale ontspanning, open en bij zichzelf 🙂

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *